3D-printer
Ik heb een Bambu Lab X1C en een Prusa mini+, waarmee ik de prints maak.
Dit zijn beide desktop FDM-printers. Een FDM (Fused deposition modeling) printer wordt gevoed met een spoel met daarop kunststof draad, deze wordt via een slang naar de spuitmond-extruder gevoerd. Net voor de spuitmond zit een verwarmingselement, waarmee de kunststof verwarmd wordt, waardoor deze vloeibaar wordt. Door de spuitmond komt tijdens het printen een 'draadje' vloeibare kunststof, deze spuitmond beweegt over het bed en daardoor wordt kunststof aangebracht op het bed. Vrij snel nadat het kunststof uit de spuitmond komt stolt het weer. Laagje voor laagje wordt dan het product opgebouwd.
De uitgangsbasis voor het FDM-proces is een STL-bestand. Dit 3D-model wordt met behulp van software vertaald in sturingscommando's voor de printer.
De Bambu Lab printer kan onderdelen in 1 keer printen, die uit 4 verschillende kleuren bestaan.
Materiaal
De labels, pennenbakken en kapstokjes worden geprint in een plastic soort, die PLA (Polymelkzuur of polylactide) heet, dit materiaal is biologisch afbreekbaar en wordt geproduceerd uit hernieuwbare plantaardige grondstoffen (maïszetmeel of suikerriet). Dit betekent dat de labels niet eindeloos mee gaan, maar naar verloop van tijd brosser worden en makkelijker zullen breken. Het is niet zo dat dit proces van afbraak snel verloopt. Ik heb inmiddels al bijna 6 jaar dezelfde label aan mijn autosleutel hangen en hij is nog steeds goed.
Ook gebruik ik PETG voor bijvoorbeeld de plantenstekers, want PLA vervormd als het te warm wordt door de zon. PETG kan hier wel tegen.
Voor de armbandjes gebruik ik een ander materiaal, dit materiaal heet Ninjaflex en is een TPU (Thermoplastische PolyUrethaan), dit is geen biologisch afbreekbaar materiaal, wel kan het gerecycled worden.